Bierviltje (Nguv)

Eerst dacht ik dat de vrouw die aan de andere kant van de landweg met mij opliep hardop in zichzelf praatte. Sommige mensen doen dat, waaronder ik zelf. En ik praat niet alleen tegen mezelf maar ook tegen apparaten en dingen. Als ze niet doen wat ik wil, wat behoorlijk vaak voorkomt, vraag me niet waarom. Misschien wil ik te veel.
Maar de vrouw was natuurlijk aan het bellen met iemand. Niks hardop aan het denken of dingen aan het toespreken. Nee, ze telefoneerde zonder draadje en zonder handen. Ook dát doe ik wel eens, maar ik kan er niet aan wennen dat anderen het doen. Ik moet altijd eerst naar hun oren kijken en als daar zwarte knoppen of witte steeltjes uitsteken, dan snap ik het pas.
De dag is niet ver dat de maatschappij mij inhaalt. Dan snap ik het hele leven gewoon niet meer omdat ik een paar technologische ontwikkelingen gemist heb.
Eh…
‘Het is een bierviltje en die moeten we challengen,’ zei de vrouw. Waarna ze over spreadsheets begon waarin ze gisterenavond ‘even’ alle cijfers had ‘geschilderd’. Dat ‘even’ was belangrijk. Een peulenschil was het geweest, namelijk. En met dat ‘schilderen’ erbij werd het helemaal een fluitje van een cent.
Van € 0,01.
Cijfermensen zeggen dat:‘de cijfers er even in schilderen.’
Ik weet niet waarom ze niet gewoon zeggen dat ze die getypt hebben, of van mijn part ‘er ingeklopt’. Dat schilderen klinkt alsof ze hun hand niet omdraaien voor een beetje rekenwerk (wat eigenlijk niet meer dan logisch is voor cijfermensen, dus waarom zou je er over opscheppen) maar het maakt die cijfers ook een beetje vriendelijker. Minder zwart-wit. Zwart-rood.
Haast kunstzinnig. Speels.
En raar.
Dat is vaak met jargon. Ik heb voor dit blog een korte theorie over jargon ontwikkeld. De kern ervan is dat jargon twee functies heeft. De eerste is: exclusiviteit, en neem dat zowel letterlijk als figuurlijk. Iemand die jargon praat is niet zomaar iemand, dat is iemand die een geheimtaal kent en zich zodoende bijzonder maakt. Tegelijkertijd sluit hij/zij iedereen buiten die de taal niet kent.
De andere functie van jargon is verhullen. Jargon is de taal van eufemisten, en daarom ook, ik zeg het niet graag, een taal om te wantrouwen. Jargon is verzonnen, het rijmt niet voor niets op Klingon!
Terug naar die vrouw. Wat zei ze nu eigenlijk? Laten we beginnen met dat bierviltje. Ik gok dat het een ander woord is voor een korte en eenvoudige berekening. Vroeger was dat ‘de achterkant van een sigarendoosje’. Maar wie weet er nog wat een sigarendoos is? Jonge mensen niet, die snappen een bierviltje beter. En de vrouw was jong.
Goed, behalve de spreadsheet was er dus ook nog een bierviltje, waarop de samenvatting van die sheet stond. Denk ik. Of was het anders en had een concurrént in plaats van die spreadsheet gewoon een bierviltje? Nou ja, echt geniepig! Want een bierviltje is lekker simpel en makkelijk te verkopen. Veel beter dan een ingewikkelde spreadsheet met verborgen formules. Dus ze moesten dat bierviltje challengen.
Challengen?
Ik heb dat opgezocht. Ja, ik weet ook wel dat to challenge uitdagen betekent, maar wat is een bierviltje uitdagen? Dat lijkt me iets wat je doet als je heel erg dronken bent. ‘Kom onder mijn glas vandaan als je durft, jij plat rond absorberend papiervezelding!’
Zoiets.
Maar dat bedoelde ze vast niet. Nee, ze wilde dat viltje betwisten en bestrijden! De simpele rekensom weerleggen. De achterliggende theorie onderuithalen. Dat zou ook haar oorlogszuchtige toon en wilde blik verklaren. En het speeksel dat van haar rood gestifte lippen spatte. Dat bierviltje ‘zat hoog in haar emotie’ om het eens modern te zeggen. Ze was razend. Dat ze even stilviel, betekende niks, ze luisterde naar haar gesprekspartner aan de andere kant van de lijn.
Dacht ik.
Dus niet. Ze keek naar mij.
‘Hé!’ riep ze. ‘Ja, jij! Met je baard en je hoedje!’ We bleven staan. ‘Loop je nou de hele tijd over mij te mompelen?’
Ik haalde mijn schouders op.
Dat vond zij geen goed antwoord. ‘Mij een beetje belachelijk maken met je hoge stemmetje en je driftige gebaren!’ Wandelaars om ons heen stopten.
Het zou best eens waar kunnen zijn, besefte ik. Ik was namelijk deze blog aan het schrijven.
Hardop. Zonder handen en zonder draadje aan het dicteren, rechtstreeks mijn mobieltje in. Misschien moet ik afleren om zo op te gaan in wat ik vertel, en misschien moet ik de volgende keer gewoon liegen als iemand me vraagt wat ik aan het doen ben, want voor ik het wist had de vrouw mij m’n mobieltje ontfutseld en een weiland in gegooid, heel ver weg.
Daar heb ik dan maar de laatste puntjes op de i gezet. Het was toch lekker weer en ik durfde niet goed terug voor ik zeker wist dat zij weg was.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.