Letterlijk

Transparant, daar hoor je ook veel over. Openheid is de leuze. Dus nadat ik laatst alle plastic raamfolie van mijn ruiten had getrokken (zie hier), besloot ik minder ‘met oortjes in’ naar buiten te gaan. Dan zit ik niet zo in mijn hoofd en hoor ik de andere mensen, was mijn gedachte.
Dus ik, een en al ontvankelijk, naar buiten, een terras op. En voor ik het wist, gingen er twee vrouwen aan een tafeltje verderop zitten.
De ene vrouw (decaf latte met havermelk) zei tegen de andere vrouw (glaasje water en een appel): ‘Nou ja, wij wonen dus in een vinexhuis’. Alsof het een vloek was die ze nu eenmaal moest dragen. Vervolgens gaf ze een beschrijving van het huis, waarvan ik alleen onthouden heb dat er prachtig veel licht was, maar dat het schuurtje echt veel te klein was. Dat een schuurtje formeel geen onderdeel van het huis is, zag ik door de vingers, want om nou het einde van de social distancing te beginnen met medemensen betweterig de les te lezen, dat leek me niet verstandig. Hoe dan ook, er kon letterlijk maar anderhalve fiets in, zei ze.
Letterlijk.
Dus ik zag die anderhalve fiets. En ik vroeg me af wie er nu in vredesnaam een halve fiets zou hebben. Misschien was het de eenwieler van haar Pipi-langkous-achtige dochter die op de circusschool zat? Of zou het echt een halve fiets zijn, overblijfsel van een van de hobby’s van haar ex, die altijd wel met een of ander projectje bezig was? Je hebt van die mannen, die eigenlijk het liefst door hun leven scharrelen en dingen van plan zijn die ze (letterlijk) maar half afmaken, wat hun vrouwen heel wijs dulden, omdat ze intuïtief weten wat er gebeurt als zo’n plan wel lukt: het hele leven op zijn kop.
Eh… Dat is wel heel chagrijnig. Vergeet het.
Intussen kabbelde het gesprek van de vrouwen verder over de voors en tegens van bepaalde wijken in Utrecht. De reistijd van huis naar werk bleek een doorslaggevende factor. Je kon nog zo leuk wonen, als je iedere dag uren in de auto zat, had je er niks aan. ‘Alles gaat goed tot ik bij de afslag Oost kom,’ zei de vrouw uit de vinexwijk. ‘Als ik in de verte het eerste stoplicht eindeloos op rood zie staan, weet ik het al, dit gaat lang duren. Een half uur om vandaar naar hier te komen is niks.’
De andere vrouw knikte vol medeleven, terwijl ze letterlijk om de hoek woonde en dus iedere morgen in een paar minuten naar haar werk wandelde.
Letterlijk.
Dat medeleven was dus maar gespeeld. Maar daar kon ik wel inkomen, want ze kon moeilijk in een soort van triomfantelijk gelach uitbarsten.
Ten slotte belandde de vinexvrouw in een beschrijving van haar tuin, die echt zalig was, maar momenteel letterlijk een wildernis, gewoon een jungle.
Letterlijk.
Ik zag een aap in haar ongesnoeide berkenboom hangen (de berkenboom die ze – zij en haar ex – nog geplant hadden op de placenta van hun eerste kind; sommige mensen doen dat). Dat was een grappig gezicht, de aap bedoel ik.
‘Maar ja, vind maar eens een tuinman!’ riep ze verbolgen. De andere vrouw knikte. Zij had er vast al een, maar daar wilde ze liever niet over beginnen, omdat ze ook al zo asociaal dichtbij haar werk woonde. ‘Die hebben allemaal een wachtlijst,’ ging de vinexvrouw verder. ‘Als je je nu inschrijft ben je in oktober aan de beurt. Tegen die tijd is alles dichtgegroeid. Moet ik letterlijk met een kapmes naar mijn schuurtje!’
Letterlijk.
Ik schoot in de lach.
‘Vindt u dat grappig?’ vroeg zij.
‘Ja, ik zag dat voor me,’ antwoordde ik.
‘Wat?’
Hm… dat wilde ik liever niet zeggen. Aan de andere kant, zonder mijn levendige fantasie was er natuurlijk niets om te lachen. Dan de waarheid maar.
‘Hoe u zich in een kaki tropenpak met een machete een weg naar uw anderhalve fiets kapt…’ Zij staarde me aan. Het bleef even stil. ‘Ik bedoel, dat zag ik dus voor me… en u droeg een Indiana Jones-hoed…’
‘Anderhalve fiets?’ Ik knikte. ‘Zit u ons de hele tijd al af te luisteren?’
‘Nee, maar ik kon wel letterlijk horen wat u zei.’ Ze staarde weer. ‘Letterlijk!’ herhaalde ik.
‘Nou ja, zeg!’ Ze ging wat rechter zitten en keek rond. ‘Zullen we naar dat tafeltje verhuizen?’ vroeg ze de andere vrouw. Dat deden ze. Onder luid geraas en met veel bekijks. Ik wist niet hoe ik mij een houding moest geven; dat weet ik eigenlijk nooit, maar nu helemaal niet, want het was alsof ik hen belaagd had.
Enfin, tot zo ver open en transparant.
Was het maar weer lock down.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.